woensdag 28 oktober 2009

terug in jakarta

Eigenlijk is dit oud nieuws. Ik had dit nog op mijn computer staan, maar ik vond op dat moment geen internet. Kheb ondertussen een nieuw verhaaltje over Medan. 'T is nog in de maak...

Wat zal ik vandaag eens doen als de zon weer schijnt? Tijd zat om mezelf die vraag te stellen terwijl de regen me insluit in huis. Een nat seizoen als deze maak je niet mee in België. Niet dat het niet kan regenen in België, want ik herinner me goed genoeg de herfstgeur na een fikse regenval. Maar hier heb je hoop op beters: noem het maar een halve dag zonneschijn. Als het hard regent, loopt het verkeer wel vast omdat vele straten letterlijk rivieren worden. Het water komt tot aan kniehoogte, maar dat houdt de scooters niet tegen. De ojek(taxibrommer)stopt even -en ik die dacht dat hij schuilde voor de regen zodat we beiden droog bleven- doet zijn k-way aan, en hup. Weer de regen in en zet me vervolgens druipnat af aan huis.


In mijn ramadhanvakantie heb ik Idul Fitri gevierd, wat een zeer belangrijk gebeuren is in de moslimwereld. In belgië ken ik het als suikerfeest. De ramadhan is gedaan, en iedereen vraagt vergiffenis om zijn fouten die hij sowieso zal maken. Overal zie je de zin “Mohon maaf lahir dan bathin”. Letterlijk vertaald als “vergeef me vanbinnen en vanbuiten”. Ik kon mijn bordje lekker vullen met de traditionele indonesische keuken.


Dan volgde een familiebezoek in Jakarta. De hoofdstad is duidelijk het economisch centrum. De eerste dagen heb ik enkel malls gezien. De hobby van de welgestelde burger: Rondneuzen tussen de winkelrekken, zonder te zweten. In de openlucht wandelen valt niet mee met die drukkende hitte en luchtvervuiling. Dat is dan ook het excuus waarom ze zo graag shoppen. Toch heb ik een poging gewaagd om de airco achter mij te laten. Een dagje sightseeing zeg maar. Eerst het nationaal museum, zoals het hoort te zijn. Donkere, grote zaal met vreemde voorwerpen van de verschillende stammen uit indonesië en een binnentuin vol met oude spirituele boeddhabeelden. Dan “Monas”. Een toren gebouwd voor de onafhankelijkheid die je moet gezien hebben als je echt Jakarta wil bezoeken, zeggen de inwoners. Dat betekent aanschuiven in een lange rij, maar het uitzicht loont wel. Het lijkt wel de skyline van New York. Jammer genoeg laat het smog niet toe om de zee te zien. Dan de oude stad van Jakarta, oude vervallen hollandse huizen. De afsluiter was de glodokbuurt. “Ga daar toch niet naartoe, het is daar zo vuil”zegt mijn neef. Maar als tegenpool van de trendy malls, zoek ik juist graag zo’n buurten op. Het is een chinese wijk, die inderdaad niet al te proper is. Ik bezocht daar een chinese tempel. Beelden van verschillende goden, thee en eten voor de goden, wierook en veel meer, maar vraag me niet wat het allemaal betekent... Een vriendelijke chinees voorspelde mijn jaar door mijn geluk te testen. Ik moest twee blokken laten vallen, die aan elke kant anders gekleurd zijn. Als er twee dezelfde kleuren naar boven wezen had ik een pechjaar. Ik ga een ok-jaar tegemoet, want ja, twee verschillende kleuren wezen naar boven. Laten we hopen dat de chinezen gelijk krijgen!



Terug in Bandung was ik weer wel thuisgekomen. Het leventje gaat hier zijn gang, en ik draai hier langzaam mee. Ik begin de straten te herkennen. Wat houdt de mensen hier bezig? Ik ben naar een salon geweest: eerst een hoofdmassage, dan een rugmassage, maskertje… twee uur later kwam ik met stijl haar naar buiten. Jammer van die regenbui van gisteren, anders had ik nog een dagje langer met zacht haar rondgelopen. Karaoke is in heel Azie populair, dus ik kan het niet ontlopen. Ik moet en zal zingen! Ook in school hebben we zangtesten, en de micro zorgt ervoor dat heel de school kan genieten van al die bassen en sopranen. Het balinese dansen laat tot op vandaag zijn sporen achter. Mijn heupen en schouders zijn nog altijd stijf.



Ik heb al twee huwelijkceremonies meegemaakt. Een soendanees(rechts) en een batak(links), wat twee verschillende etnische groepen zijn. Ik heb telkens maar een deeltje meegemaakt, want soms duurt zo’n ceremonie wel drie dagen. Waarom zo lang? Wel, de man en vrouw zijn mogelijk van een ander eiland, en ze volgen hier graag hun eigen tradities. Een driedaags huwelijk is dus geen uitzondering om geen enkele traditie te negeren. De mensen zijn hier zeer fier op hun Javaanse achtergrond, en terecht.

Volgende week vertrek ik naar Medan in noord-sumatra, naar de batak-cultuur van mijn bapak...


En voor al wie erom vraagt, dit is mijn fameus schooluniform.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten