maandag 16 november 2009

Medan

Medan is gelegen in noord-sumatra, twee uur vliegen van mijn eiland java. Op het eerste zicht lijken alle steden hier op elkaar. Toch is er een groot verschil qua bevolking. In Bandung blijven de mensen nog op afstand, hoewel ze het staren niet kunnen nalaten. Als ik in Medan de angkot uitstap hoor ik meer geroep als “mister mister, how are you?”, “bule”(westerse vreemdeling)… of de kinderen vormen kringetjes rond ons. In Medan zijn ze ervoor bekend om veel directer en luider te zijn. Je hebt meer een smeltkroes van verschillende volkeren. Chinezen, maleisiers, indiers… Ik ben verlekkert op het chinese eten, en hun boeddhistische bidplaatsen. Dat laatste omdat je even kan ontsnappen aan het drukke verkeer, en tot rust kunt komen in de wierook. De indonesiers zelf worden ook in verschillende etnische groepen ingedeeld. Zo heb je vijf soorten batak, een ander volk waar ik de naam van ben vergeten, maar ze hebben nog altijd een symbolische sultan heeft van vijf jaar oud, enz…



We zijn met de bus naar beras tagi gereden, waar de bevolking voor het meerderdeel christen is. ’T Is daar gelukkig wat frisser. We sliepen bij een zeer vriendelijk man en zijn dochtertje die ons gratis onderdak bood. Ze waren batak Karo, zoals de meeste mensen van dat stadje. In Beras Tagi zouden er veel westerlingen wonen, die daar leven in teken van hun geloof, heeft hij me zo verteld. De levensstandaard was daar zeer anders. Mijn moment om even heel traditioneel te wezen. Eten op een rieten tapijt in de garage, slapen met een gat in het plafond ( hopend dat geen beest mij uit mijn slaap zou wekken), muggen (ik bracht geen muggenspray, slim), de befaamde 'franse' wc… Misschien niet de ideale nachtrust, maar ik kreeg weer genoeg energie toen ik een echte sumatra koffie dronk in een warung(traditionele eetstalletjes met zitplaatsen aan de kant van de weg)met uitzicht op Medan, of wat nog meer onze aandracht trok, met uitzicht op de aapjes. Ze zijn veel actiever dan in de zoo, en vullen hun maag niet enkel met apennootjes, maar spijtig genoeg ook met afval langs de weg.

Ha, de electriciteit is juist uitgevallen. Geen nood, kheb een draadloze laptop. De technologie zorgt ervoor dat ik me niet hoef te vervelen bij een kaarsje. Hoewel het wel zijn charme heeft. Een moment dat al
le waaklampjes gedoofd zijn. Bandung at night! Zoals het vroeger was. K wil niet te nostalgisch klinken, maar toch, vroeger moest Bandung wel stukken mooier zijn. Geen verkeer, geen vervuiling, frisser klimaat, groene parkjes langs de weg… Maar het blijft de mooiste stad van indonesie!

Op mijn terugweg naar Medan hielden we even halt aan een waterval, en tussen de landbouwvelden vonden we enkele warmwaterbaden. De kleine zwembaden met iets warmer water was niet bijzonder. De weg ernaartoe en de omgeving daarentegen was zo puur. Landbouwvelden aan de flank van een berg, groen van tropische planten en bomen, kleine huisjes langs de kant, de vrouwen op het land dragen de in-kubus-gevouwen doeken op hun hoofd als bescherming tegen de zon, graven die op zich tuinhuisjes kunnen zijn…





Dan volgde de trip naar Danau Toba, het grootste meer in zuid-oost Azie. Mijn gastfamilie heeft een bus gehuurd, en nog geen kleintje! Er was een micro in de bus aanwezig, dus de karaokesfeer zat er meteen in. Aan de linkerkant dit, aan de rechterkant dat… Mijn Bapak leefde zich uit om zijn streek te promoten, gevolgd door een hele reeks Indonesische en Amerikaanse love songs.
Daar aangekomen zag ik enkel een zwart gat, flitsend verlicht door akelige bliksemschichten. Hoewel Parapat het bekendste stukje aan het tobameer is, lijkt het een verlaten rustplaats. ´S morgens ben ik om 5u opgestaan om een eindje te gaan waterfietsen. Kmoet er ook bij zeggen, 5u is hier geen ongewoon uur: tijdens de schoolweek staat mijn wekker op 5u15. Moeders maken het ontbijt klaar voor hun kinderen om 5u s morgens. Vijf u is het drukste moment op de traditionele zondagsmarkten. Mensen staan om vijf op om te gaan joggen. Om vijf uur is het hier namelijk nog lekker fris. Toch blijft dat ochtendgloren voor mij een struikelblok. Beetje per beetje is het hier aanpassen aan hun levensritme. Soms moet ik hier twee uur wachten vooraleer iemand opdaagt op afspraak. Mijn geduld wordt hier zwaar op de proef gesteld! Dit noemt men de rubberen tijd. Je zou denken, och, geen stress. Op school echter wordt geen rekening gehouden met een goed-ingebakken relaxte levensstijl. Te laat is te laat, zelfs voor een minuutje. Wat is de straf? Rechtstaan, misschien zelfs pompen of rechtstreeks naar huis. De regels zijn zeer streng, maar je ziet ook veel omwegjes door al die discipline. Een voorbeeld is dat de leerkrachten meestal niet komen opdagen, of dan eens tien minuten lesgeven. Mijn klas doodt de tijd met surfen op internet, foto’s trekken, boekjes lezen, zeveren, slapen op de grond, zichzelf volproppen net … Wat zou je zelf doen als je 7u in een schoolgebouw vastzit?

Terug naar mijn verhaal in Medan. Daar zijn we naar het samosir-eiland geweest. Het batakdansen voor de toeristen, verschillende kraampjes, beelden met losse hoofden (symbool voor de afgehakte hoofden van de vijand)…
Een duik in het water voor zonsondergang en genieten van de rust. Ha, de lucht kleurde zeer onrustig. In de verte zag je weer de bliksem het meer verlichten. Dit was een apart vakantiesfeertje.
Dan kwam de grote dag: het feest voor alle Mangunsongs ter wereld! Klinkt zeer groots, en we moesten ons verplaatsen naar “Balige”, het geboortedorp van mijn Bapak. Een toespraak rond een symbolische boom aan het water, samen bidden met christenen en moslims. De batak is een aparte cultuur op zich. Eigenlijk hadden ze zeer wrede gewoontes(zo waren ze heel vroeger kannibalen) We kregen allemaal pikante beef voorgeschoteld met rijst en een banaan. Er was een podium opgesteld voor de traditionele batakmuziek. Het zijn zeer vrolijke deuntjes, en dat is de muziek die dan ook dansend op een begrafenis wordt gespeeld. Ik heb met mijn dichte familie het volgende gedanst: Enkele rijen mensen moesten hun handen op en neer shaken, met de vingers open. De familie van oud naar jong houdt het geld tussen de handen, ook op en neer geshaket, en overhandigt zo het geld aan de rij mensen. Een dans om met geld te smijten!

De traditionele huizen staan op palen, en vroeger hielden ze varkens onder die huizen. Onthoud dat moslims geen varkensvlees mogen eten, daarom dat het speciaal varkensvlees een delicatesse uit medan is. Het dorp was eigenlijk een enkele straat, maar dan zonder de asfalt. Links een open rijstvelden, rechts het tobameer. De visserstechniek daar is nog steeds een oud gebruik met netten, waar af en toe een visser in zijn kano doorvaart. S nachts kon je zelfs een visser met een speer zien jagen.
In het dorp vroegen de oudere vrouwen wat ik kwam doen op een mangunsongfeest. Mijn schoonzus moest liegen, anders werd ik niet met rustgelaten. Ik was 26 jaar oud, en 3 maand getrouwd met meneer Mangunsong. Dit om een geregeld huwelijk met één van hun zonen of neven te vermijden… De avond werd beëindigd met een lang gebed, waar ook ikzelf mijn dank tegenover god moest betuigen…
Terug naar Jakarta met vliegtuig, terug naar bandung met een vliegende bus… En toen was mijn avontuur gedaan en terug naar de realiteit. Schoolbanken!