Het is verbasend hoeveel uren ik op de schoolbanken moet kloppen, plus de tijd met het openbaar vervoer. Ik ga naar school met ojek (brommertaxi) en angkot (sauna op vier wielen). Ik moet om 5u30 uit
mijn bed,en om 1u30 ben’k weer thuis. Maar als de ramadhan gedaan is, ben’k om 3u thuis. Bijna zoals in ons belgenland, met het verschil dat de leerkrachten meestal niet komen opdagen. Als ze les geven, zijn de studenten bezig met hun blackberry. Mij werd gezegd dat ik naar de bib mag als ik mij verveel om een beetje op internet te surfen, als de verbinding werkt tenminste…
Buiten school heb ik me eens verdiept in de traditionele muziekinstrumenten. Eerst probeerde ik de angklut uit. Een vijftigtal angkluts tesamen maken een zeer volle klank. Ik mocht de do-angklut bespelen, ma eerlijk gezegd vond ik het maar saai om telkens te wachten op mijn nootje. Dus zocht ik wat verder, en in de grote hal zag ik de gamelan. Je kan dit een indonesisch orkest noemen. Ze gebruiken niet onze toonladder, maar de ‘da, mi, na, ta, la’-tonen. het prentje wordt nog mooier als de meisjes balinees dansen op deze oosterse muziek.
Ja hoor, Balinees dansen. Er is namelijk een culturele oorlog aan de gang tussen Indonesie en Maleisie. In een engelstalig programma werd deze dans als erfgoed van Maleisie beschouwd. De indonesiers pikken dit niet, en ik krijg het overal te horen: op tv, school, thuis... Ik noem het gewoon een spijtig misverstand.
Nu moet ik toch wel iets schrijven over de aardbeving, graad 6. Ik had geen idee wat er aan de hand was. De auto bolde achteruit, net toen ik wou instappen. In bandung zelf heb ik niet veel schade gezien, misschien een paar barsten in de muur. Maar wel in Pangalengan, een dorp gelegen in de bergen. Daar zie je ingestorte huizen, kapotte dakens, omgevallen palen… Op de grasvelden binnen het stadscentrum staan er tenten opgesteld, waar de slachtoffers hun toevlucht zoeken. Toch niet zo’n onschuldige aardbeving , hebben ze in geen vijftig jaar meegemaakt.
De grootste godsdienst binnen dit land is de islam. Ik mocht mee met mijn contactpersoon –persoon bij wie ik terechtkan voor elk soort probleem- naar de itikaf. De tien laatste dagen van de ramadhan zijn zeer belangrijk. Dan kun je als moslim terecht in de moskee om een nacht lang te bidden, en dit wordt vooral op de 21ste dag gedaan.
Het was een gek zicht. Mensen hadden hun tapijtje mee om te bidden, maar om de nacht te overleven brachten ze ook matrassen, dekens, eten… zelfs een paar tenten mee! Ik lag daar dan schoon met mijn camera in de hand, te kijken naar biddende of 'rustende' mensen. Ik mocht luilekker slapen, terwijl veel moslims uren achter elkaar rechtstonden, soms even door de kniĆ«n om te bidden. Natuurlijk liep ik daar een beetje verloren als een blanke niet-moslima. Een journalist merkte dat ook op, dus achter twee weken Bandung sta ik al in de krant!
Bandung wordt ook het shopparadijs genoemt. Het lijkt hier een cultuur apart om veeeeel te kopen. Zeker in de periode van liburan, want dan willen mensen op hun best gekleed gaan. Ik voelde me schuldig toen ik aan de kassa stond met in elke hand een zak kwaliteitsvolle kledij (decadente merken dus). Wat bleek toen ik mijn rekenmachinetje raadpleegde? 450.000 roepiah is omgerekend 32euro! Dit wordt een jaarlang batjes slaan!
Momenteel geniet ik van mijn tweede dag ramadhan-vakantie! Veel plannen, hopelijk komen ze uit. Het woord "misschien" is een veelvoorkomend woord...